107
Maar nauw is winter daar
Met zijne felle plagen
Of 't noodlot treft ook haar
Met zijne booze lagen
Mijn lieveling werd krank
Ik zag haar kleur verbleeken
Het Roosje, lief en rank
Bloeit nu in hooger streken.
Weer zwaait de fee haar staf,
En schenkt natuur nieuw leven
Ach, roosjes op haar graf
Kunt gij mij uitkomst geven?
Weer dwaal ik in het woud
Door haar niet meer betreden
De nachtegaal in 't hout
Zingt mij van haar verleden.
0! vogel, zing mij 't lied
Van haardie wij vergoden
Geen hoop meer in 't verschiet
Zij rust in 't Rijk der dooden
'n Accenter.