&&sr jjoüJüi ^f^vfff^et was in het begin van het jaar '1878, dat een onzer kleine stoomschepen door de zilte golven van den lndischen Oceaan zijn koers richtte naar het geliefde Moederland. Het schoone Insulinde was langzamerhand aan den horizon ver dwenen door de krachtige slagen van de schroef der stoomboot, de groene zoom aan den horizon was een streep geworden, die weder plaats had moeten maken voor het onafzienbare, het onmetelijke groen der zee. Een lange rookwolk, die zich scherp afteekende tegen het azuur des hemels, scheen nog een laatst vaarwel te willen toeroepen aan den heerlijken Archipel. De zon stond hoog aan het uitspansel en zond haar oogverblindende stralen in alle richtingen uit; de drukkende atmosfeer, die alom heerschteveroorzaakte bij den mensch die onoverwinbare loomheid en mat heid, welke zich in de tropische zóne van hem meester maakt. De anders zoo vroolijke stemming was geheel ver dwenen en had plaats gemaakt voor eene algemeene lusteloosheid. Op het achterdek tuurden passagiers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 258