f-
111
houding te leggentoen de etensbel waarschuwde
dat de tafel in het salon gedekt was.
Zooals gewoonlijk wilde ook Nita met den ouden
man, steunende op haren arm, naar beneden gaan.
Alle moeite wendde ze aan om 'haren vader op te
richtenmaar het gelukte haar niet. Gelukkig snelde
een slank gebouwde jonge man toe, en met behulp
van diens krachtvolle armen strompelde de grijsaard
weldra met een goedkeurend knikje en een gemompel
«flinke kerel" tusschen de beide jongelieden in naar
het salon.
Door een blosje en een welgemeend «dank u wel,
luitenant Alfred" van Nita's lippen, werd hij rijkelijk
beloond voor de verleende hulp.
«Wie was die luitenant Alfred", zult gij waarschijnlijk
vragenen waarin vond zijne genegenheid voor Nita
hare oorzaak?
Zooals reeds gezegd is, was Alfred slank en forsch
gebouwd, zijne ferme houding, levendige oogen en
gebruind gelaat zouden in hem ook zonder de uniform
reeds dadelijk den militair doen herkennen. Aan een
eerlijke en openhartige inborst paarde hij eene groote
mate van ernst en wilskracht.
De teedere en liefdevolle zorgen van het schoone
meisje voor haren grijzen vader waren oorzaakdat
de jonge man haar eene ongeveinsde bewondering
schonk.
Na hunne kennismaking aan boord zag men Alfred
dikwijls in gezelschap van vader en dochter en konden
de jongelieden uren lang, dikwijls tot laat in den
avondnaar den oud-gediende zitten luisterendie