f 135 volgende morgen echter bood een geheel ander tooneel aan. Vriendelijke «goede morgens" en «aangename kennismakingen" deden zich telkens hooren en niet lang daarna had men een gezelligen kring gevormd waarin de conversatie haast bij de minuut levendiger werd. Men had elkaar ook zooveel mede te deelen van zijne betrekkingen of verwanten in Nederland van het doel der reis, van de zeereis zelf, van het afscheid, van de illusies, die men zich van het tweede vaderland geschapen hadkortom van alles, waarin men maar eenig belang stelt. Alleen één passagier, namelijk de officier, was minder spraakzaam. Wel had hij zich aangesloten bij het gezelschap, doch deelde niet altijd in de opgeruimdheid zijner reisgenooten. Soms vertoonde zich een flauwe glimlach op zijn gelaat, die echter spoedig plaats maakte voor den lijdenden trek, die de heerschende bleek te zijn. Wat zijne gesprekken betreft beperkte hij zich tot het hoog noodzakelijke, om niet onbeleefd te schijnendoch nimmer roerde hij lach wekkende onderwerpen aannog minder tooneelen uit zijn droevig verleden. Langzamerhand evenwel scheen zijn van nature vroolijke aard de overhand te nemen; althans zijne stemming werd bij den dag opgeruimder. De smartelijke plooi stierf zachtjes aan weg, zijne bleeke wangen kleurden zich hoe langer hoe meer en dra schitterden de donkere oogen met hunnen vroegeren glans. In dezen toestand, liefste lezeressen en geachte lezers, zult gij hem ongetwijfeld herkennen als Willem van Adlershovede versmade minnaar van Amalia van Danenhorst. Wel is waar kwam zijn zieleleed van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 285