-J Hü hield moed en beval terstond langzaam naar de rechterzijde te wijken, toen plotseling eene woeste bende gewapenden met opgeheven klewang en onder het aan heffen hunner oorverdoovende oorlogskreet regelrecht op de colonne stormde. Nog eene seconde slechts en een krachtig »vuur" overstemde den wilden krijgszang en het gekletter der blanke wapenen. 442 nauwkeurig den omtrek te bespieden en ingeval de vijand zich vertoonde zulks onmiddellijk te melden ten strengste verbood hij het vuren vóór zijn bevel. Zoo was reeds de colonne de vijandelijke streek bin nen gedrongen. Nog steeds baande men zich met vol hardenden ijver een weg door de bijna onoverkomelijke hindernissen, Indische terreinen eigen. Nog hield tegen aller illusies de vijand zich schuil in zijne ongenaak bare holentoen eensklaps het vurig verlangde teeken dat de vijand gezien was, bliksemschichten in de oogen der wakkeren joeg, terwijl een onheilspellende trek om den mond hunne drift verried. Het oogenblik was gekomen, dat Willem zijne wilskracht moest laten gel den tegen het vurig verlangen zijner soldaten in om zich met ware tijgerwoede op den gehaten Atjeher te storten Gelukkig slaagde hij er uitmuntend in. Maar ziet, wat heweegt zich daar in dien boschrand op de linkerflank. Hij tuurt en tuurt nog eenstotdat zijn glinsterend oog een nieuwen vijand ontdekt. Hij was dus omringd door vijandenzoowel in front als terzijde en een schijnbaar bevriende kampong in den rug? Welk eene hachelijke positie! Vreeselijk was de uitwerking. Menig vijand viel doodelijk getroffen neer onder het uiten van een lan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 292