1 u
die, door hunne zucht naar schandelijke wreedheden
aangespoordzich van den gevallene trachtten meester
te maken. Verscheidene aanvallen waren afgeslagen,
maar, helaas! wat haatte dit; versche drommen ver
vingen de gesneuvelde vrienden en reeds had een
lielsch moordtooneel een aanvang genomen, toen on
verwacht een levendig «hoera" en het gekletter van
bevriende wapenen de lucht deden daveren. Goddank,
het waren trouwe wapenbroeders; het uur der ver
lossing had geslagen. Schuimend van woede wierpen
de onzen zich op den zegevierenden vijand, het bloed
hunner gevallen makkers wrekende met eene onstuimig
heid, die den Atjeher in vertwijfeling bracht. In
overhaaste vlucht, een wervelwind gelijk, vloden thans
de hruine duivels naar alle windstreken, hunnen weg
afbakenende met stroomen bloeds en stapels lijken.
Afschuwelijk was die aanblik.
Eindelijk was het geheele terrein gezuiverd van
vijanden; heinde en ver was niets van hen te bespeuren.
De weinigendie nog heelhuids uit den heeten strijd
gekomen warenhadden zich verborgen in hunne diepe
spelonkenwaar zij de geweldige slachting aan hunne
vrouwen en kinderen vertelden en den dood van
menigen makker betreurden. Rouw en verslagenheid
heerschten te midden der eens zoo gelukkige huis
gezinnen; de kampongs leken wel uitgestorven.
Doch keeren wij terug tot de onzendan vernemen
wijdat op een naburigen post het schieten duidelijk
was gehoordwaaruit men begrepen haddat ergens
hulp noodig was. Men snelde naar de wapenen ijlde
in de richting der schoten beangst te laat te zullen