160 Schoone taak is hem beschoren, Schoon gelijk de taak der trom Die zich donderend doet hooren In der krijg'ren dichten drom; Eeuwige eer zal hij verwerven Die met waren heldenmoed, Schoon zijn makkers om hem sterven Tot den strijd zich voorwaarts spoedt, Die de sabel zal hanteeren Op het steigerende ros, Om verwinnend weer te keeren In bebloeden oorlogsdos; Die een doortocht zich zal breken Met gevelde bajonet En den vijand zal doorsteken Die dat pogen hem belet; Die in regen van granaten Moedig zijnen vuurmond richt, Dien hij nimmer zal verlaten Voor hij stervend nederligt. Voor wij verder gaan Makkers, buigt het hoofd; De Almacht zij geloofd, Die de trom zal sparen, Die de scharen Van ons land Eens zal roepen tot gevaren Tot een strijd met, hand en tand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 310