165 Nauw op d'oorlogsrol verschenen, Rust misschien dezelfde taak. 's Morgens roept hem vroeg de tromme Hoort hij de reveille slaan, De bedrijvigheid alomme Noodzaakt hem om op te staan, s Avonds sluit hij weer de oogen Werkensmoe, Over zijne krib gebogen Lacht de glorie 's nachts hem toe. En als weer de trommen roepen Is het oorlog in het land En des vijands troepen Brengen moord en brand En de jonge krijger, Vol van moed, Ziet zijn droom versmoren In een zee van bloed. Op de lijst der helden Mocht hij staan, En zijn schimme Is voldaan. Maar de and'ren keeren weder Met een blijde feestmuziek, En de faam op breede wiek Schrijft met hare gulden veder, Alles op in 't heilig boek. En de trom wordt blij geslagen En het hoog ontplooide doek Wordt in zegepraal gedragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 315