166
En de fiere stoet trekt voort
Onder bogen van guirlanden
En wie ook hun trommel hoort
Vouwt, vervuld van dank de handen.
En wel ziet men soms een traan
In de droeve oogen staan
Van wie man of zoon verloren,
Maar de trom doet weer zich hoeren
En men ziet de fiere rij,
Die u juichend roept in de ooren:
»'t Lieve Vaderland is vrij."
ISBALE.