xasuiainos.
eg, kent gij het land, waar de banjir rolt,
Langs de scheurende hut der Javanen
Wien sidd rendhet bloed in de aderen stolt,
Bij 't bulderen van de Orkanen?
Zeg, kent gij het land, waar het golvende riet,
Den koning des wouds houdt verscholen,
Die nooit in zijn woede de parang ontziet
Van wie op zijn' jachtgrond komt dolen?
Zeg, kent gij het land, waar een Pieterszoon Koen
Oud-Jacatra's helden deed sneven
En hoog weer het Hollandsch, geheiligd blazoen
In t blakende Oost heeft geheven
Zeg, hebt g'ook over het golvende nat
Naar dat machtige land u begeven
En hebt gijgevolgd op der vaderen pad
Gewijd daar aan Neerland uw leven?
Zeg, hebt gij de vreedzame dessa's gezien
Arbeidzame mannen en vrouwen
En kent gij de lachende sawahs misschien
Beploegd door de forsche karbouwen
Zeghebt gij den klank van de gong ook gehoord