187
Jawel, zus; maar waar wonen ze?"
»Op de....;" de naam der straat doet er weinig
toe; genoeg zij 't, dat het één der straten van onze
hoofdstad Amsterdam is.
Brrr, dacht John bij het bedenken van den grooten
afstand in de felle koude in een stad als Amsterdam
maar wie kan weerstand bieden aan de vleiende, ver
langende oogjes van eene lieve zusteren zoo beloofde
dan ook John aan haar wensch te voldoen en bezegelde
zijne belofte met een hartelijken kus op haar beide
wangen.
Gezellige uurtjes sleet John dien laatsten avond in
den kring zijner familie, rondom den haard gezeten,
totdat de pendule half tien sloeg en hem aan de gedane
belofte herinnerde.
Met een ontevreden gezicht trok John veiligheids
halve zijn kapotjas aan en stapte in de koude sneeuw.
Een guresnerpende windvlaag woei hem in 't gezicht
en deed in hem bijna het besluit rijpen maar weer
terug te keerenmaar de gedachte «belofte maakt
schuld" kwam in volle kracht bij hem bovendrijven
en zoo stapte hij moedig voort. «Johnga met de
tram", had mama hem nog toegeroepen. Eerst wilde
hij niet, maar de nijpende koude, die alles deed be
vriezen bracht hem toch spoedig van zijn plan af.
«Dan maar in de tram"; na 5 minuten echter had hij
reeds berouw van dit besluit, want de totaal bevroren
glazen en de tocht van dit vervoermiddel, bij de
daaraan gepaarde bewegingloosheid van den reiziger,
doet laatstgenoemd personage in één woord letterlijk
bevriezen. Er kwam geen einde aan den rit; het
r~