f-% 198 heimzinnigen tooverkring, die het bloed onstuimig door zijne aderen joeg. Wat was 't een genot in die heldere donkere kijkers te blikkenwelke van liefde en levens lust straalden. Hoe sloeg zij die vertrouwend omhoog. Een enkele maal durfde zij die lange donkere wimpers niet omhoog slaan; het was toen iemand achter hen eenigszins hoorbaar riep: «Hé, wat een alleraardigst paartje". Met de gedachte, dat Louise en hij in de verre toekomst een paar zouden wordenstemde John's hart ten volle in. Toch vond hij 't wel een beetje benauwd, dat die persoon zoo hoorbaar zijn gedachten had geuit, maar desniettegenstaande verheugde hij er zich ook weer over. Hij had Louise zijne genegenheid willen bekennen, hij had vergeefs zijn brein gepijnigd eene geschikte gelegenheid te vinden en nu deed zich die ongevraagd voor. Terwijl zij diep blozend haar gezichtje afwendde, vroeg John: «Vindt u het zoon dwaas gezegdeLouise?" «Eigenlijk niet, mijnheer John", antwoordde zij, hare oogen onbevangen tot hem oprichtende. «Ik ook niet", liet hij er leuk op volgen. En hare hand zacht drukkende en haar in de lieve oogen kijkende, zei hij bijna fluisterend: «Es ist bestimmt in Gottes Rat, dasz man vom Liebsten, was man hat, musz scheiden. Van daag nog voert de trein mij weder weg naar het verre Breda en scheidt mij van al degenendie ik zoo lief hebwil jijLouisemijne liefde beantwoorden?" Louise kleurde opnieuw en zocht naar een onzicht baar punt aan den horizon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 348