211
Hij nam de bovenste; haar dagteekening toonde een
datum aan van acht maanden her. Het was er een
uit het vaderland. Reeds had hij verscheidene kolommen
doorgegaan, toen zijn blik op eene advertentie viel.
»Mijn God, wat is dat?" kreet hij plotseling ten
hoogste ontsteld uiten bedekte zijn gelaat met beide
handen, terwijl heete tranen langs zijne gebruinde
wangen stroomden. Eenigen tijd snikte de diep ontroerde
man en kon zijn gemoed niet bedwingen.
«Verloren, verloren, voor altijd; Louise, waarom
heb je me dat leed berokkend?"
Maar weldra herkreeg zijn krachtige natuur de
overhand; zijn plicht als man kwam tegen die week
heid in opstand en nogmaals beschouwde hij het
portret van Louise aandachtig, maar nu met een
droefgeestigenlijdenden blik.
»0, dierbare Louise, innig geliefde Louise! gij een
ander toebehooren Bemind en geliefkoosd door
een ander? Mijn God, is dat de prijs van mijn
stieven? Heet dat trouw zijn aan het eens gegeven
woord en toewijding aan mijn persoon?"
Eensklaps verbrak hij zijn heftigen gedachtengang
rees van zijn stoel op en begon met groote stappen
op en neer te loopen. Langzamerhand bedaarde zijn
onlustige loop en hierdoor werden ook zijne gedachten
kalmer. Eindelijk hield hij stil voor het geopende
venster en me.t zijne rechterhand zijn hoofd steunende,
staarde hij naar de toppen der boomendoor het
maanlicht in zilverachtigen gloed gehuld.
loen doemden voor hem op, de jaren zijner jeugd,
Van levensvroolijkheidvan schuldelooze vreugd;
<r