f
1»
J
216
dan nu ook gedetacheerd aan de 2de Afdeeling Krijgs
school in den Haag. Hij was als onervaren jongeling
nit het Vaderland vertrokken, hij kwam als gerijpt
man weder terug, bemind door de achtergebleven
kameraden, gezien door zijne minderen en hoog geacht
door zijne meerderen. Ook onder de collega's op de
Krijgsschool maakte hij zich spoedig gezien en iedereen
had achting voor den fleren krijgsman.
Maar nog een andere drijfveer had medegewerkt tot
het volhouden van zijn eens genomen besluit om examen
af te leggen voor de Krijgsschool, of weder naar Europa
terug te keeren.
Eenige jaren, nadat John namelijk van zijn post
was afgelost geworden had hij de opdracht bekomen
zich aan 't hoofd van een voor Atjeh bestemd detache
ment te stellen en zich aldaar bij den commandant te
vervoegen. Gedurende den korten tijd, dat hij te
Atjeh aanwezig was, had hij gelegenheid met menigen
wapenbroeder kennis te maken. Boven allen had één
van de officieren zijn aandacht getrokken; ten eerste
door zijnen naam, V LDezen naam meende
John zeker meer in zijn leven gehoord te hebben en
hij kon hem nooit hooren uitspreken of hij voelde zich
bevreesd. Echter kon hij zich niet herinneren, waar
dien naam meer gehoord te hebben.
Van Lwas een jong officier, uit het Neder-
landsche leger, voor den tijd van 3 jaar gedetacheerd
bij 't Indische. Zoowel zijn karakter, daar hij meest
in zich-zelf teruggetrokken was, als zijne dikwijls
neerslachtige stemming, trokken John tot hem aan en
ongeacht den indruk, dien zijn naam op John maakte,