J 219 Ik beloof je bij voorbaat alles als mijn eigen plicht op te zullen nemengeloof mij Y. L.zeide John. Welnu dan, zei Van L ik ben gehuwd; misschien wist je het, misschien ook niet. Mijn vrouwtje was een alleraardigst meisje, dat ik met hartstochtelijkheid beminde, maar dat voor al mijne liefkozingen en attentie's even koud en onverschillig bleef. En niettegenstaande den alkeer, dien zij mij betoonde, nam mijn hartstocht toe in hevigheid en dacht ik eerst, dat het slechts meisjesgrillen warendie zij betoondedat zij mij in werkelijkheid wèl liefhad. Ik was blind voor alles en zag niet indat uit zoo'n liefde geen gelukkige echt kon geboren worden. Haar ouders steunden mij in mijne pogingen en trachtten haar ook tot andere gedachten tè brengen, maar niets baatte. Hoewel ik nogal fortuin bezat en ons dus een onbezorgd leven tegenlachte, bleef zij doot voor mijne smeekingen. Het huwelijk is echter toch voltrokken; zij werd er meer toe genoodzaakt. Dronken van vreugde haar nu toch in mijn bezit te hebben, vergde ik van haar, dat zij al mijne lief kozingen met dezelfde hartelijkheid zou beantwoorden. Maar toen dit niet het geval was, bedaarde mijne liefde in groote mate en werd de verhouding tusschen ons hoe langer hoe meer gespannen. Zij veranderde nog niet, toen na een jaar de eerste spruit van onzen echt werd geboren. Daarbij kwam, dat ons fortuin zware verliezen leed door 't ondersteunen harer ouders, die langzamerhand in kommerlijke omstandigheden waren geraakt. Het gelukte ons hen er bovenop te helpenmaar ons vermogen was er daarbij mee inge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 369