f-
CLI
het binnenland en den Kraton met het strand; zij is
2!/2 uur ver bevaarbaar, terwijl het omliggende land
moerassig is. De aanhoudende onderlinge oorlogen
maken iedere kampong op verdediging bedacht. Zij zijn
dan ook alle kleine vestingenvan de buitenwereld
afgescheiden door een dikke laag van ondoordringbare
bamboe doeri. De groote weelderige plantengroei ont
trekt ze geheel aan het gezicht.
Van de verhouding der kuststaten tot den Sultan
is boven reeds gesproken. Hunne namen zijn v. n.:
TroenomTenom, PedirGighen, Edi, Samalangan enz.
De bevolking wordt geschat op 450.000 zielen.
Eerste Expeditie.
Daar het uitbreken van den Atjeh-oorlog in be
trekkelijk zeer korten tijd had plaats gehad, was het
den legercommandant, den luitenant-generaal W. E.
Kroesenmet de grootste krachtsinspanning slechts ge
lukt om binnen den tijd van een maand eene expe
ditie gereed te hebbenvoldoende geschikt om de
zware taak te aanvaarden. Van alle oorden van den
archipel waren de contingenten verzameld en samen
gebracht tot eene troepenmacht van 166 officieren en
3200 man infanterie en artillerie; bovendien 450 man
van de marine, waarvan 250 man landingstroepen.
Elk bataljon bestond uit 6 compagnieën (2 Europeesche),
samen 26 officieren en 607 minderen. De overtocht
had plaats op 6 groote stoomschepen5 zeilschepen
12 barkassen en kruisbooten.
Opperbevelhebber was de algemeen beminde gene-