t
CLIV
waarbij telkens hevige gevechten geleverd werden. Het
bleek onraadzaam naar den Kraton voort te rukken
met eene zoo geduchte vijandelijke sterkte in den rug
als de Missigit. Hoezeer hier het gemis aan terrein
kennis en uitzicht door bedekt terrein duidelijk uit
kwam blijkt hieruitdat de Kratonwaarnaar men
nog steeds zocht, zich op geen 500 X ten Z. van den
Missigit bevond, terwijl men hem veel dieper in het
binnenland vermoedde.
Wel had de verkenningscolonne zijn sterke wallen
en muren ondekt en giste men dan ook wel zijn ware
standplaats.
Den 44den April had de tweede aanval op de Missigit
plaats. Met de opperleiding van den aanval was belast
de majoor Cavaljéde stormcolonne stond onder kapi
tein Van Lierdoch slaagde niet. Eerst toen de met
Beaumont-geweren gewapende compagnie van Hüger
oprukte, kon men den Atjeher verdrijven en voor de
tweedemaal bezit nemen van de Missigit. Generaal
Kohier kwam in persoon de versterking in oogenschouw
nemen, doch viel plotseling, door een geweerkogel doo-
delijk getroffen, neder. Spoedig daarop overleed de
zoo verdienstelijke officier.
De 2de bevelhebber, nu aan het hoofd der zaken,
de kolonel Van Daalen, was in het strandbivak achter
gebleven en had dit goed versterkt. Zeer bedachtzaam
van aardachtte hij eene grondige verkenning van den
Kraton noodzakelijk.
Verkenningen werden dientengevolge gedaanwaarbij
zeer vele heldendaden voorkwamen, onder andere die
van Van Thieldoch door het ongunstige terrein kwam