f
J
GLV
men tot geen voldoende resultaten. Er werd echter
opgemerktdat zich 500 X *en zuid-oosteneene ge
duchte vijandelijke versterking bevonddoch het terrein
was ten eenemale ongeschikt voor den opmarsch tot
den aanval.
Den 16den April werd daarop een aanval onderno
men door majoor Cavaljé met het 3de bataljon, doch
weder gewapend met voorladers en zonder artillerie.
Hoewel het den luitenant Albrecht gelukte met zijne
compagnie de versterking ongemerkt binnen te sluipen
baatte het weinig, daar de overige troepen de sterk
versperde poort niet konden forceeren. Juist toen hij
door den vijand ontdekt werd, werd retireeren gebla
zen. Dat de hevige tegenstand (100 gesneuvelden),
waarop men in geenen deele gerekend had, de troepen
en officieren mismoedigde en het gebrek aan de be-
noodigde materialen hiertoe medewerkte, is zeer ver
klaarbaar. In den gehouden krijgsraad werd besloten
naar het strandbivak terug te trekken, en de Missigit
dus weder prijs te geven, alsmede geen aanval op de
voorwaarts gelegen stellingen weer te doen.
17 April had de terugtocht plaats, doch werd ook
een aanval op den vijand gedaan om hem te straffen
voor het verbranden van kampongs, behoorende aan
den ons bevrienden Toekoe Neq. In den Kraton was,
volgens berichten, een burgeroorlog uitgebroken.
Van DaalenKoopman en de Regeeringscommissaris
Nieuwenhuyzen belegden een raadwaarbij zij het
geraden vonden de Regeering in Ratavia te waarschuwen
de expeditie terug te roepen. Een bivakkeeren op het
strand tot het opdagen van versterking (onder Verspyck