J CLVIII 21 Augustus arriveerde Van Swielen uit Nederland te Batavia. In November vertrok de expeditie. Daar de slechte moesson nog steeds aanhieldkon van geen debarqueeren sprake zijn, terwijl onder de samenge- hoopte troepen de cholera begon uit te breken. Men stoomde naar Poeloe-Nasi en richtte aldaar een bam boe-hospitaal op. 9 December 1873 achtte men het oogenblik van ont scheping eerst aangebroken. Daar Van Swieten de Atjeh-rivier tot grondslag der krijgsverrichtingen wilde hebbenwerd het landingspunt zoodanig gekozendat men nagenoeg alle versterkingen aan den mond dei- rivier en westelijk er van (landingsplaats van Kohier vermeed en omtrok, namelijk te Kwala Loë, l'/4 uur oostelijk er van. Tot op het laatste oogenblik werd de vijand op meesterlijke wijze misleid. Terwijl tot in den nacht van 8 December de geheele vloot voor de Atjeh-rivier lag, stoomde de 2de brigade naar Kwala Loë, in den morgen van den 9den gevolgd door de rest der vlootonder wier vuur het den troepen gelukte om 8 uur te landen. (Commandant Generaal Verspyck). De versterkingen aan de kust werden verlaten ge vonden en daarop werd er doorgemarcheerd naar de eveneens onbezette kampong Lammga en daar gebivak keerd, terwijl ook de 3de brigade landde. (De 1ste brigade was nog te Padang, doch kon elk oogenblik opgeroepen worden). 10 December trok de 2de brigade, gevolgd door de 3de, naar de welvarende kampong Gigieng opverdreef er den vijand en sloeg er het bivak op. 11 December hadden verkenningen onder Pel en r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 164