CLXV Diemont voltooide Pel's program met de navolgende uitkomst. In het Westen waren de XXV moekims in onze macht, in de XXII moekims in 't zuiden hadden wij vasten voet en in 't oosten een postenlinie in de XXVI moekims dit was het stelsel der bezetting van een vaste positie. Herhaalde aanvallen hadden echter op onze posten plaats gehadalsmede op transporten of convooien onder anderen om te noemen: De ramp van kapitein Van Swieten48 Februari 1876, de aanvallen op luitenant Verhofstad, luitenant Buijs en majoor Mekern, de aanval op het detache ment met bouwmaterialen tusschen Kota-Alam en Oleh- Karang. Van onze zijde werd er dapper gestreden bij de verovering van Lambaroe (16), van Kadjoe, van Lam- pagger (17) (2 en 3 Mei 1876) enz. Zonder uitzondering streden de troepen overal met evenveel moed. De postcommandanten toonden zich steeds die gewichtige betrekking waardig. De wijze van oorlogvoeren der Atjehers was de echte guerilla- oorlog, waarin de haat der Atjehers tot wanhopige woede werd opgezweept. Toch zetelde het bestuur van het verzet niet in Atjeh zelf, doch in Penangin den zoogenaamden Raad van achten. Daar werd alles voorbereid onder de energieke leiding van den Arabier Habib Abdul Rachman, in 'tkort de Habib genaamd en van Toekoe Ibrahim. Op vele wijzen trachtte de vijand den oorlogstoe voer te belemmeren en het kostte der marine zeer veel moeite al de listen te doorgronden. Veel dankten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 171