CLXXI Bij de bestorming van den kampong Longie Vis en Schweijzgelukte het den Habib slechts door zich dood te houden ons te ontkomen, enz. enz. Het bevel over deze troepen had de luitenant-kolonel Tersteege. 26 September werd Van der Heijden generaal-majoor. Een groöte zegepraal was het voor hem zoowel op staatkundig gebied als in de gevolgendat sedert 25 Augustus onze grootste tegenstander Habib Abdul Rachman onderhandelingen met ons aanknoopte en den 13den October in onderwerping kwam. De adsistent- resident Sol en de chef van den staf Gey van Pittius hadden met hem daarover onderhandeld en ontvingen den merkwaardigen man (den «lion emprisonné") te Kota Radja met vorstelijke eerbewijzen. Van toen af was hij de vriend van Nederland, gaf ons menige goede wenk en kreeg van ons een jaar geld van 12000 dollars. Hij woont sedert dien tijd te Djeddah. Denzelfden dag onderwierp zich Toekoe Moeda Baïd, het hoofd der VII moekims. Van zijne belofte de be volking tot rust te brengen, kweet hij zich later zeer slecht. Integendeelhij ondersteunde de kwaadwilligen waarom hij later, den 9den Mei 1879, door Sol werd gevangen genomen, den lsten Juli naar Batavia op gestuurd en verbannen naar Banda. Eerst in 1884 kwam hij onder Demmeni terug. Ook andere hoofden legden zich neder. In de 2de helft van Maart 1879 werd de veldtocht voortgezet. Anaq Galoeëng werd het hoofdkwartier en uitgangspunt. Het doel was eerst Tjot Bada (verblijf van Toekoe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 177