CLXXIX Voor de aanraking met de bevolking en de hoofden traden langzamerhand ambtenaren aan het civiel be stuur op onder den adsistent-resident Sol. Was in Groot-Atjeh, het brandpunt van verzet, op bovengenoemde wijze door Van der Heijden, een toe stand verkregendie op vrede begon te gelijkental rijke expeditiën werden door hem ondernomen naar vijandige kuststaten. Daar de regeling der verhouding met de meeste dier kuststaten onder hem plaats vond (vroeger echter reeds voorbereid)zoo zullen wij hier de korte geschiedenis van elk dier kuststaten weer geven. Toen in den aanvang van 187-4 de verschillende stations commandanten terugkwamen van hunne be zoeken aan de onderhoorighedenom de vorsten de erkenning onzer souvereiniteit op te leggenwas de uitslag dier zending als volgt: I. Westkust (van Tapanoeli-Kroeng Raba-baai.) a. Onze souvereiniteit werd erkend door Troemon MalaboekTenomLoöng en Lepong. b. Beslist vijandig waren: Rigas, Patih, Teloh kroet. II. Noordkust (Kroeng Raja baai Diamantpunt). a. Gighen, Endjong, Pasei. Draalden PedirMerdoeSamalangaPasanga Kloempang, Doewa, Teloh Semawé. III. Oostkust (Diamantpunt Sumatra's Oostkust onderafdeeling Tamiang). a. Behoorden Edi, Soengej Raja. Bezwaar gemaakt door Simpang OlimTandjong Semantok en Perlak. b. Langsar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 185