CLXXXVI vijandelijkheden plaats. Met den eigenlijken oorlog was het gedaan. Sedert September 1879 tot Van der Heijden's aftreden (April 1881), is van geen onzer versterkingen meer een schot gevallen. In 1881 werd de bevolking meer goedgezind, overal werden de roofbenden verjaagd en gevangen genomen opgepakt en vooral in de XXV Moe- kims keerden orde en welvaart terug. Terugkeer der gevluchte bevolking van Groot-Atjeh werd bevorderd een korps gewapende politiedienaren (44 man) op gericht de Missigit herbouwd enz. enz. In verband daarmede werd het getal en de bestem ming der posten gewijzigd. 25 versterkingen van Pel's programma werden opgeheven, daarentegen in de XXII en XXVI Moekims posten tot handhaving van de behaalde voordeelen opgericht; voor de verbinding en het ge makkelijk verkeer werden zoogenaamde étappe-posten opgericht, hetwelk te zamen genomen leidde tot het in 1880 voltooide »postenstelsel van Generaal Van der HeijdenHet berustte op de volgende beginselen: Kota Radja centraalstelling, met de zee verbonden en de havenplaats Oleh-leh; in ieder der 3 Sagis enkele hoofdpuntenallen beveiligd door vooruitgeschoven posten tusschenposten voor de gemeenschap onderling tot bewaking der verbindingswegen: wachthuizen. Zoo bestond dan het stelsel Van der Heijden uit de volgende sterkten: 1. hoofdplaats Kola Radja. Vooruitgeschoven posten Oleh-leh, Ketapan Doewa, Lambaroe, Oleh Karang en Takan Kroeng Tjoet. 2. in de XXV Moekims hoofdplaats Pakan Badak. Vooruitgeschoven post Boehit Seboen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 192