CXCVI
aangetoond, hoe de vijand weer moediger en onbe
schaamder begon op te tredenhoe hij weer overal
meer en meer aanhang verkreeg, hoe in één woord
de oorlog weer in vollen gang was.
De op 20 Augustus 1879 door Van der Heijden ge
sproken woorden: «een overijlde maatregel zou oorzaak
zijn, dat alles, wat in den laatsten tijd verricht is,
een ongedane zaak waswerd reeds onder den eersten
Civielen Gouverneur bewaarheid. De schuld hiervan
moet niet geweten worden aan den persoon des Gouver
neurs, doch in het stelsel, dat hem was opgelegd te
volgen. Hij was een door en door bekwaam man en
wijdde zich met allen ernst aan de hem opgedragen
taak, doch het kon niet missen, dat de staatsman
het werk niet kon vervullendat vooreerst nog den
arm van den krijgsman behoefde.
Den 16en Maart 1883 gaf de Gouverneur Pruijs
van der Hoeven het bestuur over aan den Heer Laging
Tobias.
3 Mei. Hevig gevecht der wacht onder luitenant
Mac Leod te Oleh-leh tegen de bende van Nja Hassan.
Nja Hassan overlijdt eenige dagen latertengevolge van
bekomen wonden.
De geest van het leger verminderde zeer onder deze
gedwongen werkeloosheid; het gevoelde zich miskend.
Bovendien deserteerden niet alleen Inlandersmaar
ook, wat nog nooit was voorgekomen in Indië, Euro-
peesche soldaten. De eerste was de soldaat Cohen,
die in 1882 wegliep, doch in 1884 zijn welverdiende
straf onderging.
Dat deze staat van zaken voor de officierendie