t
j
CCIV
hoofdoorzaken heeft men nog niet kunnen opsporen
(C. A. Pekelharing en Dr. G. Winkler). In de voeding
zijn groote verbeteringen aangebracht.
13 December 4886 ontviel Demmeni aan het Atjehsche
leger en aan het vaderland. Evenals Pel was zijn
gestel ook gesloopt door de eindelooze krachtsinspanning.
Zijn opvolger was kolonelthans generaal-majoor
Van Teijn. Nog kannen wij niet zeggen, dat het hem
gelukt is rust en vrede in die door den oorlog ge
teisterde gewesten terug te brengen. Neen, langzamer
hand groeiden benden kwaadwilligen" aan tot troepen,
zelfs tot legers, voor een groot deel dikwijls bewapend
met Beaumont-geweren en van geschut voorzien. Door
onze rust in hun werken niet gestoordgroeide de
oorlogspartijdie der Kemalaaanen kon het haar
gelukken ons den rampvollen slag bij Kota-Pohama toe
te brengen. Meer en meer blijkt, hoe de Atjeher ons
terugtrekken als een lafheid beschouwthoe hij ons
minacht. De concentratie, ter wille der bezuiniging
in het leven geroepenis een daad vol rampen in
hare gevolgen. De vijand dringt steeds sterker op,
heeft om onze postenlinie een gesloten keten van bentings
opgericht, vernielt onze tram- en telephoonlijnenen
ons leger moet werkeloos blijven. Op deze wijze
is onze positie in Atjeh onhoudbaar. Talrijk zijn de
dagbladartikelen, waarin verandering wordt geëischt,
wil men de nationale eer redden, waarin tot een
krachtig offensief optreden gemaand wordt. De trotsche,
fiere Atjehnees wil zich slechts bukken voor één, die
boven hem staat.