c cv AANTEEKENINGEN. Bladz. cxlv. Sub 1. Onder dat tal van geschriften kunnen wij opnoemen: het werk van Kielstraj de Atjeh- oorlog van Brooshooft; de 4 eerste jaren van Ter Beek; verder de brochures van Meijer A. (26 De cember 18754 September 1876), De Waal; De Rochemontj Van SwietenVer spy ckVer stege; Pruijs van der Hoevenen Laging Tobias enz.; de Atjeh-oorlog van luitenant Schoemaker. Bladz. cxlvii. Sub 2. Zij werden daarin gestijfd door het vaste bewustzijn van Engelands naijver. Zij wisten bovendien zeer goedhoe vijandig de Engelsche pers tegen ons gestemd was en hoe Engeland met arends- oogen toekeek. Bladz. cxlvii. Sub 3. Bovendien was de rijksbestuurder ons zeer vijandig gestemd. Sidi Mohamed, die eene Euro- peesche opvoeding had genoten, had eenen ingekankerden haat tegen de Nederlanders, die nog aanwies, toen het Gouvernement aan zijn invloed bij den radja van Troenom een einde maakte. Bladz. cxlvii. Sub 4. In 1860 werden twee onder Nederlandsche vlag varende schepen door een zekeren radja Oedah aangehouden en naar Atjeh opgebracht. Een oorlogsschip, naar Atjeh gezonden om rekenschap en vergoeding der schade, werkte niets uit. Met Atjehsche list en bedriegerijen werd men om den tuin geleid. Verder verstoorde Atjeh onophoudelijk de rust in Siak; Batoe Bara, hoewel onze vlag vertoonende, werd niet temin beschoten, Bladz. cxlviii. Sub 5 Ook werd de toon der Engelsche bladen gematigder en meer gunstig jegens ons gestemd. Bladz. cl. Sub 6. De Kraton, een langwerpig vierkant met 800 en 1500 M. zijden en geheel door een natte sloot omringd, door een kanaal met de Atjeh- rivier verbonden, draagt nog de sporen van vroegeren rijkdom en vroegere grootheid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 211