CCVI Bladz. cl. Sub 7. Hoe ver zich overigens zijne macht uitstrekteis niet met zekerheid op te geven daar de sultan zelfs niet met zekerheid wist op te geven, wie zijne vazallen waren. Toch wordt het land op 900 GM2. geschat. Bladz. clii. Sub 8. Waarbij reeds de doodsver achting der onzen gebleken was (luitenant Willeen) en die door den hevigen tegenstand niet ver uitgestrekt had kunnen worden. Bladz. cliii. Sub 9. De tweede bentingzeer goed verdedigd, konden wij zonder artillerie niet nemen. Van de bestorming keerde Kohier dus terug. Reeds nu en later altijd wekte het de verwondering der troepen op, hoe de versterkingen, hoewel van ouden datum, volgens nieuw model waren veranderd. Dit gaf het misschien gegronde vermoedendat er Europeanen aan Atjeehsche zijde streden. Bladz. clix. Sub 10. Het hoofdkwartier was echter niet meer hier gevestigddoch werd om gezondheids redenen naar de aan de overzijde liggende kampong Djawa overgebracht. Beide oevers werden door een brug verbonden. Het bivak, waarin 1V2 bataljon infanterie, behield echter dien naam. Bladz. clix. Sub 11. Deze Mas S. W. de trouwe tochtgenoot van Van Swieten op Bali en Boni. Als 70-jarige grijsaard aarzelde hij niet de gevaarvolle opdracht te aanvaarden, meenende door zijn Mohamedaanschen godsdienst en bruine kleur minder haat op te wekken. Bladz clix. Sub. 12. In den eersten brief wees Van Swieten den Sultan op zijn onoverwinnelijke macht en raadde hem niet te luisteren naar de lieden, die den oorlog wilden. In den tweeden brief beloofde de generaal hem met mcnschlievendheid in den oorlog te werk te gaan en verzocht hem zijnerzijds hetzelfde te doen. (Order in dien zin aan het leger, 20 November 1873.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 212