-J CCIX Bladz. clxv. Sub 17. Het hierbedoelde gevecht be helst de overval van dien post in den nacht van 2 op 3 Mei 1876. Nog niet van verlichting voorzienbemerkte de be zetting van den halfvoltooiden post den binnensluipenden vijand niet. Een vreesclijk gevecht ontstond. Den commandant kapitein HoyncJc van Papendrecht werd het hoofd letterlijk gekloofd. Eerst na een gevecht, waarbij aan onze zijde 34 dooden (en luitenant Roemerbleven, koos de vijand het hazenpad4 dooden achterlatende. Bladz. clxx. Sub 18. In den nacht van dezen dag (28 Juli) had de merkwaardige overrompeling van een Atjehsche wacht plaats door een Boegineesche patrouille, sterk 15 man en 1 officier (2de compagnie 3de bataljon) zij was gelegen op 2 uur afstands van onze voorposten in het gebergte, waarheen de vijand teruggetrokken was. Bladz. cxciv. Sub 19. Deze aanval, bekend staande onder den naam van het gevecht bij Langoed29 Juni 1882, willen wij in 't kort verhalen, omdat hij ons tevens doet inzien, hoe het gehalte der troepen verminderd was, sinds jonge, onervaren soldaten de plaatsen der krijgers van Kohier en Van Swieten innamenhoe zwaar de taak der officieren wasom in die massa toch dis cipline in het gevecht te brengen. 200 Chincezen moesten aan den weg werken, die van Toenkoep naar Sevelop en van daar naar Bang- djala, de verzamelplaats van Nja Hassanloopt. Men was reeds 2 maanden aan het werk, en tot Tjot Rang gevorderdzonder door den vijand te zijn verontrust. Dit wekte ons wantrouwen op en zoo werd den 29sten Juni een detachement, sterk 70 man, onder luitenant Everts, medegegeven. Na een half uur, om 6'/2 uur voormiddag bij de kampong Langoedstuitte men op een bende Atjehneezen, die het gevecht openden. Reeds spoedig viel de commandant der voorhoede, 2de luitenant Luskegewond neder, en de daarop gevolgde 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 215