CCXXIII een kapitein der infanterie, die, aan den »Chef de Bataillon" verantwoordelijk zijnde, belast is met de leiding van het practisch schietonderrichtdat op de schietbanen bij de school onderwezen wordt. Ook leeren alle cadets practisch omgaan met het geschut zoowel in het artilleriepark, dat bij de school behoort, als op de batterijbuiten de terreinenvan waaruit men vuurt. Het bataljonruim 800 cadets sterk is verdeeld in 8 compagnieëndie elk staan onder een kapiteinwien toegevoegd zijn één luitenant en één adjudant-onder officier. De laatsten, gekozen uit het leger, zijn be last met het toezicht op de discipline en de admi nistratie. De adjudanten-onderofficier moeten mannen van opvoeding zijndie door hun militairisme en ken nis waardig zijn deze belangrijke post te bekleeden en die door hun voorbeeld de cadets huns gelijken in 't leger moeten leeren achten en vertrouwen. De cavalerie-oefeningen en -wetenschappen zijn ge steld onder een hoofdofficier der cavalerie, die onder zich heeft een ritmeester en 6 luitenants, waarvan de ritmeester en 2 luitenants met het benoodigd aantal onderofficieren les moeten geven in het paardrijden waarvan hier zeer veel werk wordt gemaakt. Geen kosten worden dan ook gespaard om den cadet het paardrijden zoo goed mogelijk te leerengetuige de 3 perfecte manéges en de tal van paarden van elke soort. Eerst nadat de cadets der cavalerie afgeexerceerd zijn als infanterist, nemen zij deel aan de cavalerie- oefeningen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 229