YIKLIEFn. De lezer stelle zich. gerust.) H k was verliefd. Ik hoorde 't duid'lijk Aan 't vurig kloppen van mijn hart; Ik keek mij zeiven in den spiegel En 'k snikte 'tbijna uit van smart; ijn haar stond steil, een stekelvarken Leek wel een koningszoon bij mij ijn stem was schor; 'tgekras der uilen Was daarbij hemelmelodij Mijn oog stond flets; in Scheveningen Keek nooit een schelvisch zoo mij aan Mijn bloed stond stil, 'k sneed in mijn vinger En baadde mij in levertraan. Mijn lustre jasje zat vol plooien Mijn hoed was in de goot beland, Nog levend scheen ik een geraamte Met een badientje in mijn hand; Ik was verliefd; maar, lieve hemel! Ik wist waarachtig niet op wie; Mijn hart beminde alle vrouwen In Lapland als in Overschie. r }\9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 239