10
Zij zei mij zonder ommewegen
«Jij bent verliefd 'k zei staam'lend «Neen."
Maar zij zei: «Nou ik weet wel beter,
'k Ben met je liefde zeer tevreen."
Ik vroeg onthutst: «Maar mensch, wat denk je,
Ik heb nog nooit aan jou gedacht."
Zij zeiHmhmik ben Minerva
En ik heb je eind'lijk in mijn macht.
Jij dacht de meisjes na te loopen
En te flaneeren langs de straat;
Maar weet, dat hier in de Academie
Minerva boven alles staat."
Ik zei: «Ik dacht dat exerceeren
En niets te doen hier hoofdzaak was,
Ofschoon ik in de Rotterdammer
Wel eens van blijven zitten las."
Toen zei Minerva: «Nu nog mooier!
Die mij niet mint, wordt asymptoot,
En die volhardt in niet te leeren
Verklaart God Mars voor eeuwig dood"
'k Heb eindelijk dan een vrouw gevonden
Wier hart van liefde voor mij blaakt;
En mijn verliefdheid, beste vrienden,
Is door haar aldus afgeraakt.
ISBALE.