f--% yA;DJUDANT—jDNDEROFFICIER KoCH, was vijf uur in den morgen j)e straien (jer opkomende zon deden hunnen invloed reeds gevoelen. Het doffe gerommel van de trom liet zieh in het bivouak hoorenen dadelijk maakte de stilte, die tot nu toe geheerseht had, plaats voor eene groote be drijvigheid; overal zag men de soldaten hunne tenten verlatenom zich in de beekdie niet ver van het bivouak vloeide, te reinigen. Uit de officierstent trad weldra een kapitein te voor schijn, gevolgd door een jonger officier, die aan het detachement toegevoegd was. De tropische zon had het gelaat van den kapitein geheel gebruind, en dit bewees dat hij reeds lange jaren tusschen de keerkringen had doorgebracht; zijn luitenant daarentegen was een jongmensch van nau welijks twee-en-twintig jarendie een jaar geleden de Militaire Academie verlaten had en bij één der veld- bataljons op Borneo geplaatst was geworden. Met de képi achteloos op het hoofd, en de tunica nauwelijks dichtgeknoopt, waakte de kapitein over

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 245