J 15 vang neemt, was het een tijd van beroering en ge durige opstanden. De noordelijkste post, dien wij bezaten, Djatto ge- heetenmet een garnizoen van veertig soldaten onder één officier, was door de oproerige bevolking aan gevallen doch dank zij de dapperheid onzer Indische soldaten behouden gebleven. Maar velen moesten daar hun trouw met bet leven boeten. De slechte toestandwaarin de versterking zich bevondhet groote gebrek aan levensmiddelen en munitie, deed den Gewestelijken Commandant van het veldleger op Borneo, den majoor Vdoor een verkleed Inlandsch fuselier onderricht, besluiten de compagnie van den kapitein Van der Haere met levens behoeften en munitie naar het bedreigde Djatto te zenden. Van der Haere, die reeds in vroegere expedities getoond had, grooten heldenmoed te bezitten, was deze opdracht van harte welkom. Reeds vroeg wees gewordenwas hij na vele wissel valligheden, op zeer jeugdigen leeftijd bij het Indische leger in dienst getredenen had zich weldra op de Militaire School te Meester Cornelis den officiersrang verworven. In die opdracht zag Van der Haere nu een schoone kans om het zilveren kroontje tegen het gouden te verwisselen, want reeds in eene expeditie tegen Bali had hij het Ridderkruis van de Militaire Willemsorde verk regen De opvolger in de compagnie van kapitein Van der Haere, was de 2de luitenant Van Halderen, een wel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 247