48 »0 neen," kapitein, ik zal trachten als een Indisch officier dienst te doend. w. z. mij alle vermoeienissen en ontberingen getroosten." «Flink gesproken," antwoordde Van der Haere. Weldra sloegen de trommen gewapend appèl, en stil traden de soldaten achter hunne »aan rotten" gezette geweren aan. De hier en daar rondloopende muildieren werden spoedig door de koeliesdie bij het transport gevoegd warengegrepenmet het noodige beladen en op den linker vleugel opgesteld. Nadat kapitein Van der Haere zijn kleinen troep de positie had laten aannemen, sprak hij: Kameraden »Morgen komen wij in het vijandig gebied. Ik eisch van u lieden de stiptste gehoorzaamheid; een ieder, die niet oumiddellijk mijne bevelen opvolgt, zal ik met den kogel laten straffenneemt verder de meeste stilte en de grootste waakzaamheid in acht. «Vertrouwt geheel op mij, opdat ik, zoo 't noodig mocht zijn, geheel op u lieden kan rekenen." Een daverend hoerah! was 't antwoord op deze korte toespraak. Treffend was het gezicht van al die bruine en ge bruinde strijders, die zoo zeer op hun kapitein ver trouwden. Weldra zette de colonne zich weder in beweging, totdat bij het ondergaan der zonVan der Haere bevel gaf halt te houdenom het bivouak weder op te slaan. Na de noodige schildwachten op post te hebben gezet, deed Van der Haere zijne ronde door het r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 250