j
20
Telkens schrikte hij wakker, maar de slaap overwon
hemwant de vermoeienissen van den dag waren
groot geweest.
Weer wekte de trom de slapendenen alles werd
voor den afmarsch in gereedheid gebracht.
De geweren werden met zorg door de officieren
nagezien en door de soldaten geladenterwijl de pal
in de rust gesteld werd.
De bajonetten zouden opgeslagen blijventerwijl
men de geweren niet en bandoulière mocht dragen
opdat een ieder bij plotselinge overvallen gereed zou
zijn den vijand het hoofd te bieden.
Nogmaals drukte Van der Haere een ieder op het
hart, gedurende den marsch de grootst mogelijke stilte
in acht te nemen.
Vóór de colonne lag 't vijandig gebied.
Een onderofficier met enkele manschappen werd als
spits uitgezonden.
De koelietrein nam plaats tusschen het voorste
pelotongecommandeerd door Van Halderenen het
achterste peloton onder Koch.
Het «voorwaarts-marsch" van den kapitein deed
zich hooren, en weder stelde de kleine schaar zich in
beweging.
Aan den horizon werd men een donkere strook
gewaar.
«Kameraden!" sprak Van der Haere nogmaals, «daar
strekt zich een bosch uit, waardoor wij ons een door
tocht moeten banen; daar kunnen wij ieder oogenblik
een overval verwachten."
De zoom van 't woud werd spoedig bereikten er
werd «halt" gecommandeerd.