j
35
rechters spraken met weerzin het doodvonnis over
het ongelukkige meisje uit; hun plicht gebood het
echter zoo; het feit was gebeurd, zij had als franc-
tireur een soldaat in Duitschen dienst vermoord en
door na te laten haar te straffen zou Frankrijk het
oorlogsrecht tegenover den vijand in nog sterker mate
gaan schenden.
Zoo eindigde dus het leven van dit jonge meisje,
dat getoond had haar vaderland lief te hebben boven
alles; kalm en gelaten onderging zij haar straf, en
toen haar stoffelijk overschot op het kleine kerkhof te
H. werd ter aarde besteld, was er niemand, die niet
tot in het diepst zijner ziel geroerd was, bij de gedachte
aan hetgeen zij vroeger was geweest, namelijk de
schoone Marie Bertrandwier levenspad slechts voor
zulk een korten tijd door de gelukszon bestraald werd.
Beojki II.
c