J
DE TAAK DER SCHIMMEN
el is de aanval, wanhopig de tegenstand! Uit
drie batterijen regent het kogels op de kleine
schans, aan den rivieroever opgeworpen om de
doorwaadbare plaats te verdedigen. Herhaalde malen
is reeds de vijand genaderd en heeft hij zich in den
stroom geworpen, maar telkens ook heeft hij moeten
wijken voor het vernielend vuurdat de beide stukken
hem van de schans tegenbraken. Lang zal echter
het uur van den overtocht zich niet meer doen wachten
dat bewijst reeds het aantal dooden, dat daar om de
beide vuurmonden ligt uitgestrekt. Toch houdt men
wakker stand en met woord en daad moedigt de be
velvoerende luitenant zijn laatste manschappen aan
En opnieuw braken de vijandelijke
batterijen hun lading uit om de vernietiging der dap
peren te voltooien. Reeds zwijgt een der vuurmon
den de handen die hem moesten bedienen zijn door
den dood verstijfd, maar nog wijkt men niet! Uoch
eindelijk vallen ook deze laatsten en alléén staat nu
de stoute aanvoerder te midden zijner gesneuvelde