J
De zon is verrezenen de leeuwerik steeg ten hemel
om zijn lofzang te verheffen; alles ademde dien morgen
een vredige, plechtige rust, als of er dien dag niets
buitengewoons gebeuren zou. Maar als de soldaten
ontwaken en zich onder de wapenen scharen, gloeit
in hun binnenste het blakend krijgsvuurontvlamd
door de bezielde, nachtelijke klanken.
Zoo staan zij gereed tot den strijd, en als straks
het sein tot den aanval klinkt, stroomt alles voor
waarts gelijk een onstuimige stortvloeddiealles ver
pletterend wat hem in den weg komt, zich een door
tocht baant naar het vreedzaam dal, om daar trotsch
op zijne overwinningen kalm en vredig voort te vloeien
de laagvlakte het leven schenkend door de zegeningen
zijner verwoesting
En weer is de avond gedaald en blikt de maan neer
op de kampplaats van den vorigen dag; maar nu is
zij met het tooneel voldaan. Zacht kust zij met haar
zilveren stralen de gesneuvelden in slaap en de wind
fluistert hun toe: «Rust zacht, gij helden; uw taak
is volbracht, het Vaderland is vrij!"
Due DE Tjolk.
Van Prosit.