47 Hij slaat het, als met reuzenkracht, Wanhopig om zich heen En na een uur van heev'gen strijd Staat Otto Clant alleen. Men slaat hem lijfsbehoud nog voor, In ruil voor zijne vlag: «Dat nooit," roept hij, «eer treffe mij De doodelijke slag!" Hij wikkelt zich in 't vlaggedoek Men wondt hem keer op keer, En eindelijk valt hij levenloos Op de andre lijken neer. Geen grafsteen duidt zijn rustplaats aan Geen smet ontsiert zijn faam En iedre rechtgeaarde Fries, Eert zijnen heldennaam. Tsannina.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 279