p
1 RIDDER UBBO'S SCHOONMAMA.
Er bij gelapt en in den pot.
ed'ren nacht, als nauw de zonne
si(l§P Was verschenen aan den trans
Flikkerde in 't witte maanlicht
Ridder Ubbo's scherpe lans
Want dan stond hij met zijn knapen
Aan de poorten van zijn slot,
En dan dreef hijschaterlachend
Met het veemgericht den spot.
Dit toch had hem laten weten
Dat hij juist om middernacht,
Ongewapend, bij het Zwaantje,
Deze week nog werd verwacht.
i.