71
Aan zijn vrienden had gewijd,
Trouwde spoedig in de zalen
Van het overoude slot
Want zijn woord had hij gegeven
En dat was hem hoog gebod.
III.
Ontboezeming van den Schrijver.
Ja, de faam op gazen wieken
Meldt den naam aan 't nageslacht
Van hemdie aan zijne vrienden
Moedig zich ten offer bracht.
Schafflaars roem zie ik verbleeken
Koenraad, voor uw lauwerkrans;
Schafflaar wierp zich slechts ter neder
Van een hoogen torentrans;
Maar uw fiere daad was grooter.
Zie, hoe op de heldenlijst
Thans de muze der historie
Bovenaan uw naam ons wijst.
Ja wel zeggen lastertongen
Dat uw vrouwtje geld bezat
Maar ik sterf eer van den honger
Dan te trouwen met zoo'n kat.
Becda.