73 Hoe menig kus wordt hier gedrukt Vol liefde, innigheid; Hoe menig oogenblik herdacht Uit wolkeloozen tijd. Hier ligt de moeder liefdevol, In d'armen van heur kind, En roept den Allerhoogsten aan Voor hemdien zij bemint. 0! treurend, teeder moederhart U valt het scheiden zwaar, Want dra brengt hem het fladd'rend zeil In onbekend gevaar. Daar reikt een minnend meisjeshart, Heur bruidegom een pand, Een pand, dat hem een troost zal zijn In 't onherbergzaam land. Den vader drukt zijn zoon de hand, Zijn uiterlijk is kalm, Maar in zijn borste gloeit het vuur, Voor strijd en oorlogsgalm. Hij staart met een ontroerd gelaat Naar 't roode krijgsmanslint Moog dit het eerste teeken zijn Dat gij u daar verwint.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 305