75
O Mars! vergeet den doode niet
Die in de Zandzee rust,
Dien gij uit 's levens loopbaan naamt
Voor uw ontemb're lust.
En hooveel rouw en hoeveel smart
Uit zich aan gene zij
Voor wie het leven zonder hen
Niets is dan woestenij.
Een somb're weemoed grijpt ons aan
Wij deelen in die smart;
Hoe treft ons diep het vlijmend wee
Van 't treurend vrouwenhart.
Maar ach! Een hooger macht beschikt,
Zijn wil zal steeds geschiên;
Niet immer kan dit aardsche dal
Ons vreugd en vrede biên.
Vaarwel! gij helden, Frankrijks eer,
Aan U mijn wensch »Rust zacht
»0p 't veld dat uwen roem bewaart
«Voor 't verre nageslacht."
Nogmaals vaarwel! Gij jongelingschap,
Gij keur van 't Fransche heer,
Hier brengt mijn harp een klaagtoon voort
Mijn Muze kan niet meer.
Bl.