F
J
ACHTTIJ
»0f 'k haast een koppie «Van Houtens" kreeg,
inviteerde de Flesch zichzelve, terwijl hij zijn hoofd
in de tent stakwaar een der bewoners ijverig genoemd
vocht stond klaar te maken, terwijl de beide anderen
op hun gemak in het stroo uitgestrekt den ongewonen
ijver van hun makker aanblikten, en een kraai, waar
aan de tent haar naam ontleende, lustig in het stroo
huppelde.
»n' Koppie. heb je dan je visitekaartje niet bij
je, bromde de ijverige keukenmeid,«nou van
wat zwam je danhelp liever eens een handje en
gooi rechts de tent eens dicht, de anderen vertikken
royaal een hand uit te steken", vervolgde hij een
misnoegden blik op zijne beide makkers werpende, die
hun gelaat tot een liefelijken grijns vertrokken.
«Jawel, dat ken je begrijpen", was het spottend
antwoord; «zoo Djan, Dziet," groette de «Flesch" en
viel naast beide genoemde heeren in 't stroo neer.
«Kom «Djan" ga nou niet maffen", smeekte de kok
wanhopend, «kuier nou eens naar de can tine", inviteerde
hij gemoedelijk, «en haal eens wat suiker."