86
Hij hoorde haar glimlachend aantoen zij zeide
dat zij vreesde voor zijn leven, en hij sloot haar den
mond met een langen, innigen kus. Maar zij rukte
zich los uit die omhelzing en een traan fonkelde in
haar oog.
»0, gij wilt niet gelooven!" riep zij weenende uit:
»de krijg brengt ons niets dan jammer, niets dan een
eeuwigdurende smart."
Zij nam een klein gouden medaillon, dat zij ver-
horgen droeg op hare borstdat was een heilige
Amulet, die hem zou beschermen".
Vragend zag zij hem aan, maar hij staarde ge
dachteloos voor zich uit en antwoordde haar niet.
Toen hoorde men de alarmtromdie geslagen werd
in het dorpsidderend drukte zij hem het gouden
sieraad in de hand; hij kuste haar ten afscheid. »Voor
het vaderland" riep hijzich voortspoedende door den
tuin dwars door het rozenperk, haar lievelingsbloemen
vertrappend. Knarsend sloot zich het ijzeren hek en
weenende zonk zij neder op de houten bank en de
slanke lelies en de volle rozen weenden met haar. In
de twijgen verstomde de zang van filomeel en rood-
borst, want op korten afstand verhieven zich machtiger
tonen, de galmen van den horen, de roffels van de
trom en eindelijk de knetterende salvo's.
Maar hij stond moedig te midden zijner soldaten,
trots de suisende kogels en de springende granaten.
Om hem vielen de krijgers, wijd en zijd verspreid
over het bruine vlak der geheimzinnige heide. Zij
vielen machteloos ter neder, het dierbaar- wapen
krampachtig geklemd in de hand, den verwijtenden
blik naar den zonnigen hemel gericht.