f- 88 gericht op de heldere avondster. Hij scheen een centurio der Romeinendie neergesabeld op deze plaats en in metaal veranderd, den dag des oordeels bleef afwachtenwelke het schrikkelijk vonnis moest vellen over de misdadige ceasars en hun roofgierige pre- torianen. Met de invallende koude van den nacht keerde zijn bewustzijn terug; hij voelde een zware last, die drukte op zijne borsthet was de diepe wonddie onstuimig klopte. Hijgend naar lucht rukte hij den blauwen mantel open; de amulet, het gouden medaillon weer kaatste het zilveren licht der ster. Tusschen de verdorde struiken onder de verbrijzelde wagens door sloop een sombere, huiveringwekkende schim, als een spook der hel, die met duivelschen lust zich baadde in de bloedplassen en zich grijnzend boog over de ge sneuvelden. De geheimzinnige gestalte naderde de plaats waar hij lag; zij zag een lichtstraal in het zwarte doodenveldeen glinsterende vonken zij spoedde zich er heen. De gekwetste opende de oogenhij meende haar terug te zien, die hij lief had, die donkere oogen, dat heilige vuurdat haar bezieldemaar hij schrikte op uit zijnen droom toen hij den voetstap hoorde der sombere gedaante; zijn machtelooze hand omklemde vast de kleine sierlijke revolver. De schim sprong ter zijde, en het zware, rechte zwaard van een dragonder opnemende, nagelde zij den gewonde vast aan den grond. Triompheerend boog zij zich over haren prooi en ontrukte dezen een kostbaar kleinood, dat zij wilde verbergen in haar mantel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 320