f 1 96ek 9ioo«sj^ 6lC|llu het Zuiden't blakend Zuiden Bloeit een roze heel alleen Staart met wanhoop naar het Noorden, Zweeft er met haar harte heen. Spreidt zij geuren in het ronde, Toont zij ook haar sierlijk kleed, Toch spreekt uit die moede twijgjes, Ileim'lijk en verteerend leed. Zal de ster der hoop nooit rijzen Voor de bloeme, die verkwijnt? Zal geen blos heur smart verdrijven, Eer de nacht voor haar verkwijnt? In het Noorden't kille Noorden Bloeit een eik met forsche leên Staart met weemoed naar het Zuiden Zweeft er met zijn ziele heen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 322