94 Spreidt hij schaduw om zich henen Toont hij elk zijn tieren bouw Toch blikt uit de loverkrone, Zware, diepe zielerouw. Zal hij 't roosje 't licht weergeven Dat den duistren nacht betreedt? Zal hij voortaan met haar streven Samendeden lief en leed? 't Kwijnend roosje heeft geleden, Sluimert na den feilen strijd, In die dorre rozenblaadjes, Lag een stil, maar diep verwijt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 323