-e
93
Karei scheen echter niets te hooren en tuurde in
gedachten verdiept naar buiten. Toch was er niets,
dat zijn aandacht kon trekken. Natuurtooneelen ont
braken bijna geheel. Aan den overkant stond een
rij huizen van hem gescheiden door het eenige, wat de
natuur hier opleverde, namelijk tuinen en deze waren
reeds zoodanig in het duister gehuld, dat struikgewas
en boomen zich slechts als donkere massa's vertoon
den, wier omtrekken zich flauw afteekenden. Neen,
veel eer waren het warme oorden, waarheen zijne
gedachten dwaalden, het land, dat hij zich in zijn.
jeugdigen overmoed vol illusies voorspiegelde, het
land, waar hij zijnen werkkring zou vinden.
De moeder, door een der zusjes opmerkzaam ge
maakt op het stilzwijgen van Karei, gunde haren
handen even rust en keek haren oudste aan.
»Mijn oudste!" zoo noemde zij hem altijd en met
niet weinig trots kon zij dan haar zoon op den schouder
kloppen. Wederkeerig hield Karei ontzettend veel van
zijne moeder, die hij tot vertrouwde maakte van al
zijne geheimen en ongetwijfeld wist zij wat de redenen
waren van zijne terughoudenheid. Niet lang zou ze
meer haar zoon zieneenige maanden nog en een
steeds grooter wordend gedeelte der wereldzeeën zou
als een onoverkomelijke muur tusschen hen verrijzen,
totdat Karei in het verre Oosten slechts in hare ge
dachten zou voortleven. De goede moeder kon het
zich niet voorstellendat het uur van scheiden zoo
spoedig daar zou zijn en zij wellicht een eeuwig vaar
wel haren oudste zou moeten toeroepen. Een traan
welde uit haar oogen. Zij deed geen moeite om haar