f 94 af te wisschen en als een zuivere parel van moeder lijke zorg en liefde bleef zij aan de wimpers schitteren. Karei", riep ze eindelijk, »wat ben je stil, waar denk je wel aan Karei draaide zijn hoofd even terzijde, eenigszins wrevelig gewordendoor dat hij uit zijne droomerijen was wakker geschud en toen zijne zusjes hartelijk be gonnen te lachenklonk hem dit als spot in de ooren en antwoordde hij kortaf: »0ch nergens aanmoeder.'' »Kom, jongen," bracht de moeder zacht in om Karei wat kalmer te stemmen, »ga eens gezellig naast me zitten, ik zal niet lang meer van je gezelschap kunnen genieten." «Ja, dadelijk moeder", antwoordde Karei «eerst wil ik vader even spreken, ik ben dadelijk weer hier." Schijnbaar wilde hij niet blootgesteld worden aan de nieuwsgierige vragen zijner zusjes, want vóór dat zij iets konden zeggenwas hij reeds naar binnen ge gaan. Een oogenblik later klopte hij aan de deur der studeerkamer. «Binnen!" werd er geroepen en Karei trad het ver trek in. Enkele seconden hield hij de hand voor zijne oogenom het scherpe licht van de lampdie hier reeds aangestoken was, te ontwijken. Vervolgens keek hij zijn vader aan, wiens gelaat, helder verlicht, den stempel des ouderdoms droegmaar waaroptrots het aantal jarennog de sporen van een opgeruimd en nog jeugdig gemoed duidelijk zichtbaar waren. De jonge officier zocht blijkbaar naar een goed be gin voor het gesprek, verlegen draaide hij zijn sigaar in zijne vingers rond, maar het lukte niet, de woor den bleven hem in de keel steken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1890 | | pagina 326